Een rare dino met 500 tanden (2024)

De koe onder de dinosauriërs, 110 miljoen jaar geleden. Zo typeren Amerikaanse wetenschappers het buitenissige dier dat zij hebben gereconstrueerd. Hun bevindingen zijn gepubliceerd in het novembernummer van het wetenschappelijke internettijdschrift Plos ONE.

De 30 centimeter brede rechthoekige bek van Nigersaurus taqueti oogt als een mechanische grijper. Die grijper is volgepropt met meer dan 500 snijtanden. In het oog springen twee kaarsrechte tandenrijen van elk circa 60 stuks in de boven- en onderkaak van het fossiel. Achter elke zichtbare tand schuilt een batterij reservetanden, soms wel tien. Slijtsporen op de tanden laten zien dat ze gebruikt werden als een soort scharen om vegetatie mee af te ‘knippen’. Veel langer dan een maand gingen de tanden waarschijnlijk niet mee.

Volgens het team van paleontologen onder leiding van de Amerikaanse fossielenjager Paul Sereno is Nigersaurus een extreem gespecialiseerde sauropode. Tot deze groep van dinosauriërs met olifantspoten, lange nekken en lange staarten behoren de grootste landdieren die ooit op aarde geleefd hebben. Nigersaurus was in deze categorie een kleintje: niet veel zwaarder dan een Indische olifant.

Volgens Sereno was Nigersaurus niet in staat om zijn kop ver van de grond te tillen. Net als een koe graasde hij op de grond. Op het menu stonden paardenstaarten en varens, want gras bestond 110 miljoen miljoen jaar geleden niet of nauwelijks. Interessant is de conclusie van Sereno dat ook andere, bekendere sauropoden zoals Diplodocus hun kop niet ver konden optillen. Ten onrechte zijn deze dieren lang afgeschilderd als een soort giraffen met een lange nek om hoog in de bomen naar bladeren te reiken.

Nigersaurus had een herseninhoud van 53 kubieke centimeter, niet veel meer dan die van een schaap. Zijn brein was daarmee veel kleiner dan dat van vleesetende dinosauriërs en zelfs relatief klein in vergelijking met andere sauropoden.

De eerste botten van Nigersaurus werden in de jaren vijftig uitgegraven in de woestijn van Niger door een team onder leiding van de Franse paleontoloog Philippe Taquet. Sereno’s medewerker Didier Dutheil zag in 1997 een schedel van het dier boven het woestijnzand uitsteken en nu is het fossiel met moderne technieken uitgebreid doorgelicht.

Mede-auteur Lawrence Witmer van de universiteit van Ohio bracht de reservetanden aan het licht op een CT-scan van de schedel. ‘CT’ staat voor computer tomography. Het is een reeks röntgenfoto’s waaruit de computer een driedimensionaal beeld opbouwt.

Met de CT-scanner bracht Witmer ook details van de binnenkant van de schedel van Nigersaurus in kaart. Het onderzoek richtte zich in het bijzonder op de zogeheten halfcirkelvormige kanalen, onderdeel van het binnenoor. Die zijn belangrijk voor richtinggevoel en balans van gewervelde dieren. Uit de positie van de kanalen leidde Witmer de positionering van de kop af. Nigersaurus hield die bijna loodrecht naar beneden, in de richting van de grond. Uit de structuur van de dertien nekwervels viel af te leiden dat het dier nauwelijks omhoog kon kijken.

Volgens Sereno en Witmer graasden ook andere sauropoden, zoals Diplodocus, op de grond, al wijst de positionering van hun binnenoor erop dat zij hun kop iets meer rechtop hielden. Dinosauriërexpert Martin Sander van de universiteit van Bonn kan goed leven met de bizar ogende reconstructie van de schedel van Nigersaurus. De reconstructie van de halfcirkelvormige kanalen noemt hij het krachtigste punt uit de studie. Maar de neerwaartse kop van Nigersaurus zegt volgens Sander weinig over de houding van sauropoden in het algemeen. „We hebben hier te maken met een uitzonderlijk gespecialiseerd dier”, zegt hij in een telefonische toelichting.

Toch zijn wetenschappers het er volgens Sander wel over eens dat ook Nigersaurus’ grote verwant Diplodocus zijn nek bij voorkeur omlaag hield. Dat geldt niet noodzakelijkerwijs voor andere sauropoden zoals Camarasaurus en Brachiosaurus. Uit de littekens van gewrichtsbanden op de nekwervels van Brachiosaurus is volgens Sander de conclusie te trekken dat Brachiosaurus wél ver boven zijn omgeving uittorende.

Sander speculeert dat sauropoden hun lange nekken in de loop van de evolutie ontwikkelden om zuinig te kunnen doen met hun energie. Dat is, denkt hij, ook het nut van een olifantsslurf. Het heen en weer zwaaien van een lang uitsteeksel is een efficiëntere manier om voedsel te benaderen dan rondstappen op lompe olifantspoten.

National Geographic Magazine toont in het decembernummer reconstructies van Nigersaurus en andere dinosauriërs.

Een versie vandit artikelverscheen ook innrc.next (archief)van 22 november 2007.

Een rare dino met 500 tanden (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Ms. Lucile Johns

Last Updated:

Views: 6252

Rating: 4 / 5 (41 voted)

Reviews: 88% of readers found this page helpful

Author information

Name: Ms. Lucile Johns

Birthday: 1999-11-16

Address: Suite 237 56046 Walsh Coves, West Enid, VT 46557

Phone: +59115435987187

Job: Education Supervisor

Hobby: Genealogy, Stone skipping, Skydiving, Nordic skating, Couponing, Coloring, Gardening

Introduction: My name is Ms. Lucile Johns, I am a successful, friendly, friendly, homely, adventurous, handsome, delightful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.